Deze zelfgemaakte worstenbroodjes zijn heerlijk als snack of om lekker mee te nemen. Je kunt ze namelijk prima van te voren maken en afbakken.
Bereidingstijd: 45 min.
Dit heb je nodig
- 600 g patentbloem
- 1 zakje gedroogde gist (7 gr)
- 15 g zout
- 30 g witte basterdsuiker
- 60 g boter, op kamertemperatuur
- 250 g volle melk
- 2 eieren, losgeklopt
- wat kurkuma naar smaak
- 500 g rundergehakt
- 500 g kalfsgehakt
- 200 g paneermeel
- wat zout, peper naar smaak
- 1 mespunt geraspte nootmuskaat
- 1 el worcestersaus
Zo ga je te werk
- Meng alle ingrediënten voor het worstje (vanaf het rundergehakt) en verdeel het mengsel in twaalf rolletjes van 8 centimeter.
- Meng alle ingrediënten voor het deeg, behalve de eieren en de kurkuma, in een grote kom.
- Zorg dat je een stevig deeg krijgt, voeg eventueel wat bloem toe.
- Laat het deeg onder een stuk folie tien minuten rusten.
- Kneed het daarna nog een keer stevig door.
- Rol het deeg uit tot een rechthoek en bestrooi het met kruiden naar eigen smaak (bijvoorbeeld kurkuma).
- Snijd het deeg in twaalf plakjes van 10 bij 10 centimeter.
- Bestrijk de randen van deze plakjes met wat water.
- Leg in het midden van elk plakje deeg een rolletje gehakt.
- Vouw het deeg dubbel en druk het goed aan.
- Wentel de broodjes in de losgeklopte eieren en bestuif ze met wat bloem.
- Leg de broodjes op een met bakpapier beklede bakplaat.
- Laat de broodjes nog even rusten en bak ze daarna in twintig minuten mooi bruin, in een op 195 graden voorverwarmde oven.