Pastei uit de oven met riblappen, champignons en spruitjes.
Aantal personen: 6.
Dit heb je nodig:
- 300 g bloem
- 200 g koude boter
- flinke snuf zout
- 50 ml koud water
- 1 kg runderriblappen
- naar smaak zout en peper
- een scheut zonnebloemolie
- 2 uien
- 3 winterwortels
- 3 teentjes knoflook
- 2 takjes verse tijm
- een snufje chilivlokken
- 1 kaneelstokje
- 150 ml water
- 200 g spruitjes
- 100 g champignons
- 2 el honing
- sap van 1 halve citroen
- 1 flinke tl bloem
- 1 flinke tl (zachte) boter
- 1 eierdooier gemengd met 1 el melk
Zo ga je te werk:
- Zeef de bloem, snijd de boter in blokjes en meng deze twee ingrediënten in een keukenmachine tot het mengsel op grove kruimels lijkt.
- Voeg zout en water toe en laat de machine draaien tot het deeg een bal vormt.
- Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkblad, vouw het weer op en laat het verpakt in huishoudfolie minimaal een nacht rusten in de koelkast.
- Snijd het vlees in stukjes van ongeveer 1 centimeter en bak het in een scheut zonnebloemolie in een ruime braadpan op hoog vuur aan.
- Voeg zout en peper naar smaak toe.
- Snijd de uien in ringen en de schoongemaakte winterwortels in plakjes.
- Haal het vlees uit de pan en bak de groentes vijf minuten aan (voeg eventueel nog wat olie toe).
- Verwijder de velletjes van de knoflook en snijd de teentjes fijn.
- Voeg deze samen met de takjes tijm en het vlees weer toe aan de pan.
- Meng de specerijen en het water erdoor.
- Roer alles goed door en laat het vlees op een zeer laag vuur in zo’n anderhalf uur gaar worden.
- Voeg na ongeveer een uur de schoongemaakte spruitjes en de in plakjes gesneden champignons toe.
- Meng de bloem met de boter tot een pasta en roer deze door de stoofpot.
- Laat het mengsel een minuut borrelen en voeg eventueel nog wat zout toe.
- Verwijder de takjes tijm en het kaneelstokje, voeg de honing en het citroensap toe en laat de vulling afkoelen in de koelkast.
- Verwarm de oven voor op 180 graden.
- Rol tweederde van het deeg uit tot een lap en bedek hier een ovenschaal mee.
- Doe de vulling in de ovenschaal.
- Rol de rest van het deeg uit tot een deksel en leg dit bovenop de schaal.
- Houd er rekening mee dat het deeg iets zal krimpen in de oven, dus laat gerust een stukje deeg over de rand hangen.
- Snijd overtollig deeg af en druk de randen samen met een vork.
- Snijd uit het overgebleven deeg enkele mooie blaadjes en rol een aantal balletjes en plak die op het deeg met wat water.
- Bestrijk het deeg met het ei-melkmengsel.
- Bak de ovenschotel drie kwartier tot een uur in de oven totdat de korst mooi goudbruin gekleurd is en serveer het gerecht direct.