Reinoud Koeman is garnalenvisser voor zijn plezier. Iedereen mag dat doen, om zelf de lekkerste verse garnalen te bereiden.
Bereidingstijd: 3,5 uur
Dit heb je nodig
- 275 g bloem
- 80 g koude boter, in blokjes
- snufje zout
- 2 eidooiers
- 3 el koud water
- 300 g gepelde Hollandse garnalen
- 4 el platte peterselie, fijngehakt
- beetje vers geraspte nootmuskaat
- 3 el ongeklopte slagroom
- snufje zout en peper
- 1 el olijfolie
- 4 kleine klontjes boter
- 1 losgeklopt ei, om te bestrijken
Zo ga je te werk
- Meng voor het pasteideeg de bloem, boter, snufje zout, eidooiers en koud water door elkaar en kneed tot een bal.
- Verpak het deeg in huishoudfolie en het laat één tot twee uur rusten in de koelkast.
- Meng de garnalen met de fijngehakte peterselie en geraspte nootmuskaat naar smaak, de slagroom en een snuf zout en peper. Roer het goed door.
- Rol het pasteideeg uit tot een dikte van maximaal ½ centimeter.
- Verdeel het deeg in twee delen: een deel voor in de vormpjes en een deel voor de deksels.
- Bestrijk vier pasteivormpjes met een laagje olijfolie en druk een laagje deeg in de vormpjes.
- Vul de vormpjes met het garnalenmengsel.
- Plaats bovenop de garnalen een klein klontje boter voor de smeuïgheid.
- Dek de pasteivormpjes af met de rest van het pasteideeg, prik met een vork een aantal diepe gaatjes en bestrijk het deksel met een beetje geklopt ei.
- Verwarm de oven voor op 200 graden en bak de pasteien in dertig tot veertig minuten goudbruin.