De klassieke Hollandse appeltaart is natuurlijk erg lekker, maar het is ook wel eens leuk om een andere appeltaart te bakken. Dit appeltaartje is simpel en elegant; de moeite waard! Hier vind je het recept.
Aantal personen: 8-10
Bereidingstijd: 1 uur
Dit heb je nodig:
Voor de bodem
- 125 g boter, koud
- 125 g witte basterdsuiker
- 1 ei
- 250 g bloem
- snuf zout
Voor de vulling
- 3 of 4 goudrenetten
- 30 g boter
- 100 g kristalsuiker
- 1 tl kaneelpoeder
- 2 eieren
- 1 volle el kweeperen- of abrikozenjam
Zo ga je te werk:
- Snijd de boter in blokjes en meng deze in een ruime kom met behulp van twee messen door de basterdsuiker.
- Voeg het ei toe en roer kort door.
- Zeef de bloem samen met zout boven de kom en meng het met de messen (of uw vingertoppen) door de boter tot kruimeltjes.
- Kneed vlot tot een geheel, verpak het deeg in huishoudfolie en laat het minimaal een uur rusten in de koelkast.
- Schil ondertussen de appels, verwijder de klokhuizen en snijd het vruchtvlees in mooie, dunne partjes.
- Vet een taartvorm (diameter 24 centimeter) in en verwarm de oven voor op 200 graden.
- Laat de boter smelten en wat afkoelen.
- Rol het deeg op een licht bebloemd werkblad uit en bedek de taartvorm ermee.
- Schik de appelpartjes in een waaiervorm over de bodem. Begin met de buitenste ring en leg de binnenste ring in tegengestelde richting. Neem hier de tijd voor; hoe netter de partjes in de vorm liggen, des te mooier de taart.
- Meng de gesmolten boter met de suiker, het kaneelpoeder en de eieren in een kom. Giet dit mengsel voorzichtig over de appels.
- Bak de taart een half uur op 200 graden in de oven. Bestrijk de taart terwijl hij nog heet is met de kweeperen- of abrikozenjam.
Tip: Als u de jam eerst iets verwarmt, gaat het bestrijken wat makkelijker. De taart is erg lekker met slagroom, een dot crème fraîche of een bolletje vanille-ijs.