Nadat je mispelgelei hebt gemaakt, blijft er nog veel mispelpulp over. Dit kun je gebruiken voor deze heerlijke mispelchutney.
Bereidingstijd: 2,5 uur
Dit heb je nodig:
- pulp die over is van mispelgelei
- 2 el zonnebloembloemolie
- 2 el mosterdzaad
- 1 el versgemalen zwarte peper
- 1/2 el fenegriekzaadjes
- 1 tl gemalen kurkuma
- 1 ui, schoongemaakt en fijngesneden
- 4 teentjes knoflook, schoongemaakt en fijngesneden
- verse gember, ter grootte van een duim, geschild en fijngeraspt
- 2 verse rode chilipepers, zonder zaadjes en fijngesneden
- 1 kg moesappels, geschild, klokhuizen verwijderd en in grove stukken gesneden
- 250 g donkere basterdsuiker
- 250 ml ciderazijn
- 1 el zout
Zo ga je te werk:
- Duw de pulp die je over hebt door een zeef, zodat alle pitjes, steeltjes en schillen achterblijven. Je houdt nu donkerbruine puree over.
- Verwarm in een ruime pan de zonnebloemolie.
- Voeg de specerijen toe en bak deze een minuutje, tot de mosterdzaadjes gaan ploffen. Bak ze niet dan lang, we willen geen verbrande specerijen.
- Voeg de ui, de knoflook, de gember en de rode peper toe en bak rustig een paar minuten.
- Voeg de mispelpuree, de appels, de suiker, de azijn en het zout toe.
- Roer goed door en laat het geheel lekker pruttelen.
- Zet het vuur lager en laat de chutney zo’n 2 uur heel zachtjes sudderen tot hij indikt.
- Voeg een scheutje water toe wanneer de chutney té dik wordt.
- Als je een gladde chutney wilt, kun je de massa (geheel of gedeeltelijk) fijnmalen met een staafmixer.
- Wanneer je een houten lepel in het midden van de pan over de bodem trekt en de massa loopt niet direct terug, dan is de chutney klaar.
- Doe het in schone, hete jampotten. Deksel erop en rustig laten afkoelen.
- Na een maand zijn de smaken goed ontwikkeld en is de chutney klaar om te eten.
